'Ik heb geleerd om mijzelf te presenteren'
De Syrische Hanaan Asser is volop bezig met haar toekomst in Nederland. Bij Fijnder in Groenlo volgde ze de afgelopen maanden een traject waarin ze leerde over de Nederlandse cultuur, werkervaring opdeed én leerde zichzelf te presenteren. Dat laatste was best spannend, want in haar cultuur is dat niet gebruikelijk. Ze kijkt trots terug: “Het waren moeilijke, maar hele goede stappen richting een nieuwe toekomst.”
Hanaan volgt de Z-route voor inburgering en participatie in Nederland. Anderhalf jaar geleden kwam ze met haar zoon (8) en dochter (3) over op basis van gezinshereniging. Met haar man en kinderen woont ze nu in Lichtenvoorde. De Z-route is bedoeld voor nieuwkomers die in hun thuisland nauwelijks opleiding genoten hebben. In de cursusgroep van Hanaan zijn dat overwegend Arabische vrouwen die het huishouden deden en voor de kinderen zorgden. Ze kregen cultuurlessen, deden werkervaring op bij Fijnder, volgden een achtweekse module arbeidsparticipatie (MAP-training) en presenteerden zichzelf en hun CV bij de gemeente. Nu Hanaan dat eerste deel afgerond heeft, gaat ze met een consulent op zoek naar een arbeidsparticipatieplek waar ze 800 uren vrijwilligerswerk moet doen.
Culturele verschillen
“Alles is zo leerzaam”, vertelt Hanaan. “Heel bijzonder vond ik te leren over de verschillen tussen de Nederlandse ik-cultuur en de Arabische wij-cultuur. Wij zijn helemaal niet gewend om onszelf voor het voetlicht te brengen, vrouwen al helemaal niet. Daar zijn we heel goed in begeleid. Ik durf nu na te denken over waar ik goed in ben, wat ik graag zou willen leren of wat voor werk ik misschien wel zou willen doen. In Syrië deed ik wel een tekenopleiding. Die creativiteit zou ik hier willen voortzetten als make-up artist, zodat ik andere mensen mooi kan maken en laten stralen. Ik denk er ook over om te leren boekhouden. Maar ik moet eerst de taal leren. Ik volg taallessen bij Interbeek in Groenlo. Het ritme om naar school te gaan is nog wennen, maar gelukkig stimuleert mijn man mij heel erg om te gaan en alles op te pakken wat er op mijn pad komt. Dat een echtgenoot dat zo doet, is ook best bijzonder in onze cultuur. De man staat normaal gesproken alleen op de voorgrond.”
De stap om over zichzelf te praten was extra groot voor Hanaan door de oorlog in Syrië. Ze leefde anderhalf jaar in een gebied waar ze niet naar buiten mocht en volledig afgesloten was van de buitenwereld. Ze raakte in zichzelf gekeerd. Op haar vlucht naar Libanon raakte ze veel familieleden kwijt waarvan ze tot op de dag van vandaag geen idee heeft of ze nog leven. Ook haar vader stierf in die periode door verkeerde medicatie na een bedrijfsongeval. Het heeft grote impact op haar gehad. “In Nederland voel ik me nu veilig. De mensen hier zijn zo aardig en behulpzaam. We kunnen ons vrij uitspreken en de kinderen kunnen hier veilig spelen op straat. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor.”
Groeien en opbloeien
Terwijl ze dat zegt, kijkt ze naar Monique Teunissen, consulent statushouders bij Fijnder. Zij begeleidde de groep van Hanaan de afgelopen tijd. “Ik raak er altijd een beetje ontroerd van als ik zie hoe vrouwen als Hanaan in korte tijd opbloeien. Ze laten zien dat het mogelijk is ver van huis nieuwe wortels te laten groeien. Daar is moed en doorzettingsvermogen voor nodig. Ik ben heel begaan met de cursisten, we hebben prachtige gesprekken met hulp van een tolk. Maar ik ben op een positieve manier ook heel duidelijk. Ik leer ze bijvoorbeeld dat de Nederlandse cultuur heel direct is. Afspraak is afspraak, dus dan moet je er zijn.”
Hanaan heeft er veel aan gehad en kijkt ernaar uit om ergens in de regio aan de slag te gaan voor het vervolg van haar inburgeringstraject. Wat het wordt, is nog niet duidelijk. Koffieschenken in een verzorgingshuis, werken in een taalcafé, helpen op school. Het kan van alles zijn. Het belangrijkste is dat ze uren maakt op de werkvloer en vooral oefent met de Nederlandse taal. En dat gaat het best door veel in de praktijk te oefenen.
Tekst en fotografie: Ivo Hutten

