Rattenoverlast; wat kunnen we er aan doen?
De afgelopen tijd hebben we meerdere meldingen ontvangen over ratten in Oost Gelre. Het gaat om meldingen vanuit onder andere de Ludgerstraat, Heckinkstraat en Wentholtstraat in Lichtenvoorde. Het is geen nieuw probleem. Op dit moment zijn er veel ratten onder andere vanwege de hoge waterstand. Maar ook omdat er op die plekken (meer dan) voldoende voedsel voor ze is.
In dit artikel leest u wat de gemeente doet aan dit probleem. En we doen een beroep op u om ons te helpen.
De aanwezigheid van ratten in en rondom water is normaal; water hoort bij de leefomgeving van deze dieren. Maar ratten blijven alleen op een bepaalde plek als ze voldoende voedsel en schuilgelegenheid vinden. Zonder voedselbronnen en/of schuilgelegenheid trekken ratten verder.
Wat kunnen we doen aan overlast?
Soms is er een omgeving waar ratten blijkbaar voldoende voedsel en schuilgelegenheid kunnen vinden. Ze blijven dan daar en dat kan leiden tot overlast. Daar kunnen we op twee manieren wat aan doen:
- Weghalen van voedselbronnen
We proberen na concrete meldingen te achterhalen waar de voedselbronnen zijn waar ratten op afkomen. Dat kunnen volières, kippenhokken, composthopen, afvalemmers, visstekken en bijvoorbeeld kuilvoersilo’s zijn. Als we voedselbronnen vinden op particulier terrein gaan we in overleg met de eigenaar. We dringen dan aan op verwijdering van deze voedselbron(nen). Laat ook in de openbare ruimte geen voedselresten achter!
- Bestrijding met kisten met rattenklemmen
Als ratten zich langere tijd vrij hardnekkig ergens ophouden kunnen we extra maatregelen nemen. We mogen van de wet geen chemische bestrijdingsmiddelen (gif) meer gebruiken in de openbare ruimte. We bestrijden de ratten daarom door het uitzetten van kisten met rattenklemmen. Ratten gaan pas in de kist als er in de omgeving geen ander voedsel meer te vinden is. Daarom is het verwijderen van die voedselbronnen zo belangrijk.
Wat kunt u zelf doen?
- Voer vissen, eenden en vogels niet. Laat in ieder geval geen resten achter.
- Gooi geen voedselresten op composthopen.
- Laat volières, konijnen-, kippenhokken en andere dierverblijven schoon achter; voorkom een overdaad aan voer in en rond de hokken.
- Bewaar diervoer zoals zaden, granen, mais, hooi en samengestelde brokken en korrels in zorgvuldig afgesloten opslagruimtes.
- Controleer tuinen en erven regelmatig op afval en voedselresten.
- Hang geen vetbollen op of zodanig dat ratten er niet bij kunnen (let wel, het blijven ware acrobaten).
- Maak vogelvoederhuisjes/-plankjes voedselvrij voor het donker wordt.
Meer informatie of vragen?
Neem dan contact op met Gerard Grijsen via telefoonnummer 06 – 13 93 56 23.