Gedragscode integriteit raadsleden gemeente Oost Gelre

INLEIDING

 

Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat.

 

De gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele politieke ambtsdrager als tot de bestuursorganen. Ons democratisch systeem en de democratische processen kunnen niet zonder integer functionerende organen en functionarissen. Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en/of (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de burger. In de democratische rechtsstaat dient een ieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor de politieke ambtsdragers die (mede) verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Deze plicht is voor de politieke ambtsdrager neergelegd in de eed of gelofte die afgelegd wordt bij de ambtsaanvaarding: hij/zij zweert/belooft getrouw te zullen zijn aan de Grondwet, de wetten te zullen nakomen en zijn/haar plichten die uit het politieke ambt voortvloeien naar eer en geweten te zullen vervullen.

 

Integriteit is echter niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook toe op de onderlinge omgangs-vormen. Een respectvolle omgang met inwoners en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling maar ook tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van belang. In de omgang met inwoners, ambtenaren, externe partijen en andere politieke ambtsdragers wordt van een politieke ambtsdrager correct, fatsoenlijk, en respectvol gedrag verwacht.

 

1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1

De gedragscode geldt voor de raadsleden maar richt zich ook tot de bestuursorganen.

Artikel 1.2

De gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

2. Voorkomen van belangenverstrengeling

Artikel 2.1
  • 1.

    Het raadslid bespreekt kwesties van belangenverstrengeling altijd met anderen:

    • a.

      met de fractie en/of andere raadsleden om vraagstukken van (mogelijke) belangen-verstrengeling op een informele manier te verkennen;

    • b.

      met het betrokken raadslid indien hij mogelijke belangenverstrengeling vermoedt van dat raadslid bij een bepaald onderwerp;

    • c.

      in het presidium en in de commissie indien hij vraagstukken van (mogelijke) belangen-verstrengeling van zichzelf als raadslid of van andere raadsleden wil delen met de gehele raad;

    • d.

      met de burgemeester indien er sprake is van (vermoedens van) belangenverstrengeling met mogelijk verstrekkende consequenties.

  • 2.

    Het raadslid gebruikt het instrument stemverklaring bij stemmingen over een onderwerp om zijn persoonlijke betrokkenheid aan te geven bij dat onderwerp en om aan te geven of hij wel of niet stemt, met een korte motivatie.

  • 3.

    Het bestuursorgaan waakt er tegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.

Artikel 2.2
  • 1.

    Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het raadslidmaatschap, dan wel binnen één week na aanvaarding van de (neven)functie en geeft hem de wijzigingen daarin door. Als gaande het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de griffier.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval de omschrijving van de (neven)functie, de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht, of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap en of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is.

  • 3.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

3. Informatie

Artikel 3.1

Het raadslid gaat zorgvuldig en correct om met de vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt en bewaart deze informatie veilig.

Artikel 3.2

Het raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen (nog) niet openbare informatie.

4. Geschenken, faciliteiten, diensten, excursies, evenementen en buitenlandse reizen op uitnodiging van derden

Artikel 4.1
  • 1.

    Het raadslid accepteert en biedt geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Het raadslid kan, tenzij het eerste lid van toepassing is, incidentele geschenken die een geschatte waarde van € 50,00 of minder vertegenwoordigen, behouden.

  • 3.

    Geschenken die het raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50,00 vertegenwoordigen worden, indien zij niet worden teruggestuurd, geregistreerd en eigendom van de gemeente.

  • 4.

    De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte hogere waarde dan € 50,00. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 5.

    Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.

Artikel 4.2
  • 1.

    Deelname aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raadslid binnen één week nadat de excursie, dan wel het evenement heeft plaatsgevonden, openbaar. Hij maakt daarbij in ieder geval openbaar wie deze kosten voor zijn rekening heeft genomen.

  • 2.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 4.3
  • 1.

    Het raadslid meldt de griffier de buitenlandse reizen op uitnodiging/kosten van derden binnen één week na terugkeer in Nederland. Hij meldt in ieder geval het doel, de bestemming, de duur en de kosten van deze reis.

  • 2.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

5. Gebruik van voorzieningen van de gemeente

Artikel 5.1
  • 1.

    Burgemeester en wethouders richten de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven, met heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het eerste lid vastgelegde regels en procedures.

  • 3.

    Het raadslid handelt volgens de voorschriften voor buitenlandse werkbezoeken die gelden voor leden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.

Artikel 5.2

Het raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

Artikel 5.3

Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente ten eigen bate of ten bate van derden is, tenzij dit wettelijk is geregeld, niet toegestaan.

6. Regels rond de onderlinge omgang en gang van zaken tijdens vergaderingen

Artikel 6.1

Raadsleden gaan respectvol met elkaar, met college van B&W, met gemeenteambtenaren en de gemeentelijke organisatie om.

7. Regels rondom gebruik sociale media

Sociale media is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen. Dat kan bijvoorbeeld ook een groeps-Whatsapp zijn of een e-mail met meerdere ontvangers die vervolgens op elkaar kunnen reageren. De definitie is niet eenduidig.

Artikel 7.1.

Bejegening van de anderen via sociale media, in welke vorm dan ook, gebeurt altijd met respect voor de ander.

Artikel 7.2.

Raadsleden voeren tijdens vergaderingen geen inhoudelijke discussie op sociale media over onderwerpen die op de agenda staan.

Artikel 7.3.

Tijdens vergaderingen wordt via sociale media geen commentaar geuit op het functioneren van de voorzitter van de vergadering, collegeleden en/of op collega raadsleden en de organisatie/ambtenaren.

Artikel 7.4.

Gebruik van sociale media mag tijdens vergaderingen niet leiden tot verstoring van de vergadering. Het filmen of fotograferen door deelnemers aan de vergadering vindt niet plaats zonder toestemming van de voorzitter.

8. Uitvoering gedragscode

Artikel 8.1

De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van de gedragscode. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorziet de gemeenteraad daarin.

Artikel 8.2
  • 1.

    Op voorstel van de burgemeester maakt de gemeenteraad afspraken over de navolgende onderwerpen:

    • a.

      de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in zijn algemeenheid en van de gedragscode in het bijzonder;

    • b.

      de aanwijzing van contactpersonen of aanspreekpunten integriteit;

    • c.

      de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteitschending door een politieke ambtsdrager van de gemeente.

    • d.

      In het geval van een integriteitsonderzoek door een extern bureau wordt alleen gebruik gemaakt van gecertificeerde onderzoeksbureaus.

  • 2.

    De afspraken als bedoeld onder 1, worden vastgelegd in een bijlage die onderdeel uitmaakt van de gedragscode.

 

WETTELIJK KADER BIJ DE GEDRAGSCODE

 

1. Algemene bepalingen

De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor haar leden (artikel 15, derde lid, Gemeentewet).

 

2. Voorkomen van belangenverstrengeling

    • Afleggen eed of belofte (artikel 14 Gemeentewet)

    • Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raadsleden in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid naar eer en geweten zal vervullen.”

    • Persoonlijke belangen

    • Een lid van een volksvertegenwoordiging neemt niet deel aan de stemming over

      • een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

      • de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij hoort (artikel 28 Gemeentewet)

    • Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden (artikel 2:4, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht).

Toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot stemonthouding:

  • Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      In het eerste lid wordt “de stemming” vervangen door “de beraadslaging en stemming”.

    • 2.

      Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 2. Op de beraadslaging en stemming, bedoeld in het eerste lid, is artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

  • Incompatibiliteiten en nevenfuncties:

    • Verboden overeenkomsten/handelingen:

    • volksvertegenwoordigers mogen in geschillen, waar de gemeente(bestuur) partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend (Gemeentewet en artikel 33, eerste en tweede lid). Op overtreding staat uiteindelijk de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaatschap van de volksvertegenwoordiging (artikelen X7, X7a en X8 Kieswet).

    • Onverenigbaarheid van functies:

    • het zijn van volksvertegenwoordiger sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikel 13 Gemeentewet). Dat leidt er uiteindelijk toe dat betrokkene ophoudt lid te zijn van de volksvertegenwoordiging (artikel X1 Kieswet).

    • Openbaarmaking nevenfuncties:

    • volksvertegenwoordigers maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. De lijst met nevenfuncties ligt ter inzage op het gemeentehuis ( artikel 12 Gemeentewet).

3. Informatie

  • Informatieplicht

  • Burgemeester en wethouders en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de volksvertegenwoordiging nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele volksvertegenwoordigers informatie vragen zal die informatie aan de volksvertegenwoordiging moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikel 169 Gemeentewet).

  • Geheimhouding

  • Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht).

 

  • Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de volksvertegenwoordiging. Ook de gemeenteraad, onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie kan geheimhouding opleggen (artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet).

    De geheimhouding duurt voort totdat deze wordt opgeheven door het orgaan dat de geheimhouding oplegde, of – indien het aan de volksvertegenwoordiging is overgelegd – de volksvertegenwoordiging de geheimhouding opheft.

    Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht).

4. Geschenken, faciliteiten, diensten, excursies, evenementen en buitenlandse reizen op uitnodiging van derden

De eed of belofte die het raadslid (artikel 14 van de Gemeentewet) moet afleggen heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst inzake de eed of belofte het wettelijk kader onder 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling.

 

5. Gebruik van voorzieningen van de gemeente

  • Procedure van declaratie (modelverordeningen VNG en IPO)

  • Er zijn voor raadsleden voorschriften opgenomen in de gemeentelijke verordening over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten.

  • Buitenlandse excursie of reis voor raadsleden (modelverordeningen VNG en IPO)

  • De gemeenteraad kan een raadscommissie (of een delegatie uit de gemeenteraad) toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. Die excursie/ reis moet zijn georganiseerd door of vanwege de gemeente. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

TOELICHTING.

2.2 Het betreft een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. Het /raadslid is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan.

 

3.1 Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met vertrouwelijke/geheime informatie.

 

4.1 In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raadslid/lid van het algemeen bestuur kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties.

 

Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50,00 of minder) door het raadslid worden aanvaard, echter nooit op het huisadres. Dit is een in de praktijk ontstaan gebruikelijk richtbedrag maar is geen scherpe grens. Er zijn omstandigheden denkbaar waar elk geschenk, ongeacht de waarde, onacceptabel is. Duurdere geschenken worden in elk geval niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of worden eigendom van de provincie/de gemeente het waterschap die/dat zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register wordt opgenomen welke geschenken van meer dan € 50,00 de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven.

 

4.2 en 4.3 Het gaat hier om excursies, evenementen en buitenlandse reizen die betrokkene als raadslid aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder.

 

5.1 Aan raadsleden worden de voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen in bruikleen geboden die een goed functioneren van de volksvertegenwoordigers mogelijk maken. Wat betreft de uitwerking van de principes van dit stelsel zou kunnen worden aangesloten bij de werkwijze in het Voorzieningenbesluit dat geldt voor ministers en staatssecretarissen:

  • a.

    in beginsel worden voorzieningen en verstrekkingen in bruikleen ter beschikking gesteld;

  • b.

    indien een voorziening of verstrekking niet in bruikleen ter beschikking kan worden gesteld, wordt de factuur direct ten laste van de begroting van het bestuursorgaan betaald;

  • c.

    het vergoeden van voorzieningen en verstrekkingen achteraf door het indienen van declaraties, wordt tot een minimum beperkt;

  • d.

    voorzieningen, verstrekkingen en declaraties worden maandelijks openbaar gemaakt op internet.

Uitgangspunt is hier dat zo weinig mogelijk uitgaven door de volksvertegenwoordiger zelf worden gedaan via zijn of haar privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van de volksvertegenwoordiger maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk. Het raadslid zal zich nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop voor hem/haar gelden.

 

8.1 De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode en voor een eenduidige interpretatie daarvan. En voor wijziging/aanvulling daarvan bij leemtes of onduidelijkheden.

 

8.2 De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen.

 

Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de politieke ambtsdragers zich committeren.

 

De burgemeester heeft de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn of haar gemeente te bevorderen (Art. 170 lid 2 Gemeentewet). Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten.

 

Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia besproken blijven en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, bijvoorbeeld een of twee keer per jaar, zowel in de volksvertegenwoordiging als met het bestuur.

 

De burgemeester hoeft hier niet alleen voor te staan. Een daartoe aangewezen contactpersoon of vertrouwenspersoon (bijvoorbeeld de griffier/ griffier-directeur) kan hier in relatie tot de gemeenteraad eveneens een belangrijke rol in spelen. Goed denkbaar is ook dat de gemeenteraad met de burgemeester nadere afspraken maakt over de werkwijze die wordt gevolgd ingeval zich een incident of een vermoeden van een integriteitsschending voordoet. Dat geeft houvast en rust op het moment dat er gehandeld dient te worden. De gemeenteraad kan zelf onderling ook afspraken maken over hoe je elkaar aanspreekt.

 

Al deze processuele en procedurele afspraken zijn terug te vinden in de bijlage die onderdeel uitmaakt van de gedragscode. De onderwerpen, genoemd in 8.2, zijn niet uitputtend.

 

Processtappen integriteitsschendingen politieke ambtsdragers gemeente Oost Gelre

 

Op basis van de Gedragscode integriteit raadsleden gemeente Oost Gelre 2017 en de Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Oost Gelre 2017 gelden de volgende processtappen.

 

Ingeval van een vermoeden van een integriteitsschending worden de volgende stappen doorlopen:

 

  • 1.

    Iemand heeft een vermoeden van integriteitsschending door een raadslid of wethouder en neemt hierover contact op (mondeling of schriftelijk) met de burgemeester en bespreekt de aard van het vermoeden.

  • 2.

    Anonieme meldingen worden niet in behandeling genomen.

  • 3.

    Indien het vermoeden de burgemeester betreft neemt betrokkene contact op (mondeling of schriftelijk) met de waarnemend raadsvoorzitter en bespreekt de aard van het vermoeden.

  • 4.

    De waarnemend raadsvoorzitter informeert het seniorenconvent over het vermoeden.

  • 5.

    Afhankelijk van de uitkomst van het gesprek met de melder neemt de burgemeester/waarnemend raadsvoorzitter contact op met de persoon en nodigt hem/haar uit voor een gesprek.

  • 6.

    De griffier en/of de integriteitsfunctionaris bieden ambtelijke ondersteuning.

  • 7.

    Van dit gesprek wordt een kort verslag gemaakt en ter goedkeuring voorgelegd aan het betrokken raadslid, collegelid of de burgemeester.

  • 8.

    Per geval wordt bekeken welke vervolgstappen noodzakelijk zijn. De waarnemend raadsvoorzitter doet dit in overleg met het seniorenconvent.

  • 9.

    De burgemeester/waarnemend voorzitter van de gemeenteraad stellen de melder en het betrokken raads- of collegelid en het seniorenconvent op de hoogte van de afhandeling.

  • 10.

    De integriteitsfunctionaris/griffier houdt een register bij waarin de meldingen van mogelijke integriteitsschendingen worden vermeld.

  • 11.

    Bij ernstige integriteitsschendingen informeert de burgemeester/waarnemend raadsvoorzitter het seniorenconvent/college en de Commissaris van de Koning ingeval het een integriteitsschending van de burgemeester betreft.

  • 12.

    Periodiek (1 maal per jaar) worden de raad en het college geïnformeerd over de in het afgelopen jaar ontvangen meldingen en de afhandeling daarvan.

  • 13.

    In gevallen waarin het stappenplan niet voorziet of waarbij de toepassing niet duidelijk is, vindt overleg plaats met het seniorenconvent.

Naar boven